Iānus - de god van deuren en poorten; vandaar heet hij Clusius (Clusivius), sluiter, en Patulcius, opener. Daar iedere deur, om zoo te zeggen, naar binnen en naar buiten ziet, wordt Janus afgebeeld met twee gezichten (Janus Geminus, Biceps, Bifrons); zoo komt hij het eerst op de munten voor, en wel op den ouden koperen as, terwijl men voor de kleinere stukken koppen van grieksche goden nam. Verder is Janus de god van alle begin, en de eerste maand des jaars (Januarius), en de eerste dag van elke maand (Kalendae) is aan hem gewijd; ook het eerste uur van den dag; vandaar heet hij Pater Matutinus.
Hij waakt ook over het begin van het leven van ieder mensch, en heet als zoodanig Consevius. Zijn priester is de rex sacrorum, die hem o.a. op den 9 Jan. (Agonium) een ram offert in de regia. Een tempel had Janus oorspronkelijk niet, slechts een doorgang (Janus Geminus) aan den N.O.hoek van het forum was hem gewijd, ook Janus Quirīnus geheeten, omdat hij toegang geeft tot de staatsmarkt, het forum Romanum.
Deze doorgang moest steeds openstaan, tenzij er nergens oorlog was. Volgens de sage heeft Numa dezen Janus gesticht en ééns gesloten; in historischen tijd is hij viermaal gesloten geweest, ééns in 235, na het einde van de oorlogen op Sardinië en in Ligurië, en drie maal tijdens Augustus. Na den zeeslag bij Mylae (260) heeft C.
Duilius, de overwinnaar in dien slag, Janus een tempel gewijd vóór de Porta Carmentalis, aan het forum holitorium.
Zijne beelden hebben gewoonlijk een sleutel in de linkerhand, in de andere een staf zooals de portiers; bij deuren en poorten plaatste men gewoonlijk een borstbeeld van hem met twee aangezichten, die naar binnen en naar buiten gericht waren. Deze aangezichten waren meestal gelijk, soms echter was het eene jong, het andere oud, of het eene mannelijk, het andere vrouwelijk.