Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Hadriānus

betekenis & definitie

Hadriānus - (P. Aelius), in 76 na C. te Italica in Spanje geboren, was na zijns vaders dood onder opzicht van Traiānus opgevoed. Tijdens de troonsbeklimming van Traianus diende Hadrianus in Moesia.

Zelf was hij een bloedverwant van denkeizer en huwde eene bloedverwante van dezen. Hij vergezelde hem op zijne krijgstochten in Dacia en Pannonia en maakte zich bij Traianus zóó onmisbaar, dat deze besloot hem tot zijn opvolger te bestemmen. Volgens het gewone verhaal overleed Traianus echter, voordat de noodige schikkingen gemaakt waren, zonder een testament na te laten, doch wist de keizerin Plotīna te bewerken, dat Hadrianus als opvolger werd erkend (117). V. a. heeft Traianus hem nog op zijn doodsbed geadopteerd. Hadrianus begon met drie provinciën in het O., Armenia, Assyria en Mesopotamia, die over den Euphraat lagen, prijs te geven, en dezen stroom als grensrivier aan te nemen.

Hij zocht geen oorlog, maar streefde er naar, in vrede te regeeren, de schatkist te stijven, de belastingen te verminderen, en een goed regent te zijn. Hij doorreisde, grootendeels te voet, zijn gebied van het eene einde tot het andere. In 122 n.C. legde hij in Britannia ter bescherming tegen de invallen der Caledoniërs het Vallum Hadriani aan (z. a.). Onbekrompen bevorderde hij wetenschap en kunst, stelde bezoldigde onderwijzers aan, en legde veel ten koste aan openbare werken en prachtige gebouwen. Zoo stichtte hij te Rome den grooten tempel van Roma en Venus, het Athenaeum (z. a.), het Mausolēum Hadriani (thans, uitgebreid, de Engelsburg) over den Tiber; hij stichtte bij Tibur (Tivoli) eene villa, die eene afspiegeling van zijn geheele rijk moest worden en waar niet slechts kunstvoorwerpen werden aangebracht, maar ook natuurtooneelen uit de provinciën werden nagebootst; in het onmetelijke park vond men bouwwerken uit allerlei landen.

Athene, zijne lievelingsstad, had veel verfraaiingen aan hem te danken, evenals ook nog andere steden in meerdere of mindere mate. Hij stichtte ook nieuwe steden, en liet Jerusalem herbouwen, waarheen hij eene rom. kolonie zond en waaraan hij den naam gaf van Aelia Capitolīna. Toen hij echter op de plaats, waar Salomo’s tempel had gestaan, een tempel voor Jupiter Capitolinus liet bouwen (130 n. C.), brak een vreeselijke opstand los, die eerst na een driejarigen oorlog (132–134) door ’s keizers veldheer Julius Sevērus werd bedwongen en die aan bijna 600000 Joden het leven kostte. Ondanks zijne goede eigenschappen kan men Hadrianus toch menige zwakheid tegenover gunstelingen, en, waar zijne ijdelheid gekrenkt werd, meer dan ééne daad van willekeur en wreedheid ten laste leggen.

Geene kinderen hebbende, nam hij L. Ceionius Commodus (die na zijn adoptie L. Aelius Caesar heette) tot zoon en opvolger aan en na diens dood T. Aurelius Fulvus Boionius Arrius Antonīnus, die na zijn adoptie Imp. T.

Aelius Caesar Antoninus heette en hem als Antoninus (Pius) opvolgde. Hadrianus stierf te Baiae in 138.