Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Cadmus

betekenis & definitie

Cadmus - Κάδμος, 1) zoon van den phoenicischen koning Agēnor en Telephassa. Toen zijn zuster Europa door Zeus geschaakt was, zond zijn vader hem uit om haar te zoeken, met uitdrukkelijk bevel, niet zonder haar terug te komen. Na lang zwerven kwam hij te Delphi en kreeg daar een orakel, dat hij zijne zuster niet verder zoude zoeken, maar dat hij een koe moest volgen en op de plaats, waar zij zich zoude neerleggen, een stad moest stichten.

In Phocis vond hij de bedoelde koe, hij volgde haar tot in Boeotië en stichtte op de aangewezen plaats de stad Thebae. Nu wilde hij de koe offeren en zond eenige van zijne tochtgenooten om water te halen uit eene naburige bron, die aan Ares gewijd was; zij werden echter gedood door een draak, die de bron bewaakte. Toen zij niet terugkwamen, ging Cadmus zelf naar de bron, hij vond den draak en doodde hem met de hulp van Athēna.

Op bevel der godin zaaide hij de tanden van het monster in den grond, uit dit zaad kwamen gewapende mannen te voorschijn, die elkander doodsloegen op vijf na, die Sparten (Σπαρτοί) genoemd werden en de stamvaders der Thebanen werden. Wegens het dooden van den draak moest Cadmus acht jaar lang Ares dienen, daarna was de god bevredigd en gaf hij hem zijn dochter Harmonia (z. a.) ten huwelijk. Cadmus regeerde daarna vele jaren over Thebae; later trok hij met Harmonia naar Illyrië, waar hij koning der Enchelēers werd; op hoogen leeftijd werden beide echtgenooten in draken veranderd en naar het Elysium overgebracht.

De latere Grieken geloofden dat Cadmus de eerste was die vreemde beschaving in Griekenland had overgebracht; hij zou het phoenicisch letterschrift ingevoerd hebben, het bewerken van metaal geleerd en de eerste waterleiding aangelegd hebben.—2) van Milētus, een der oudste logografen; of hij werkelijk bestaan heeft, wordt echter betwijfeld.