Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Aristippus

betekenis & definitie

Aristippus - Ἀρίστιππος, 1) van Cyrēne, geb. omstreeks 435, werd in 416 door zijn vader naar Athene gezonden om het onderwijs van Socrates te genieten; na diens dood trad hij eerst te Aegina, later aan het hof van den jongeren Dionysius, vervolgens ook in verscheiden andere steden, o.a. in zijn vaderstad en te Athene als leeraar op. Hij stierf op hoogen leeftijd, misschien op het eiland Lipara. De leer van Aristippus, die de cyrenaeïsche of hedonische genoemd wordt, noemde als hoogste goed het genot, mits men zich niet erdoor liet beheerschen (τὸ κρατεῖν καὶ μὴ ἡττᾶσθαι ἡδονῆς).

Verstand en geestbeschaving stellen den mensch daartoe in staat. Genot is eene zachte beweging, die men met bewustheid ondergaat.—Aristippus was de eenige onder de leerlingen van Socrates, die zich voor zijn onderwijs liet betalen, vandaar dat hij soms sophist genoemd wordt.—2) kleinzoon van den vorigen, door zijne moeder Arēte in de wijsbegeerte van zijn grootvader onderwezen (μητροδίδακτος).

< >