Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Acastus

betekenis & definitie

Acastus - Ἄκαστος, 1) zoon van Pelias, nam deel aan de jacht op het calydonische zwijn en aan den tocht der Argonauten. Bij de spelen, die hij gaf ter gelegenheid van de begrafenis zijns vaders, zag zijne gemalin Hippolyte of Astydamēa voor het eerst Peleus en werd op hem verliefd, doch daar hare liefde onbeantwoord bleef, beschuldigde zij hem bij haar echtgenoot, dat hij haar had willen verleiden.

Hierover vertoornd nam Ac. Peleus mede naar een jachtpartij op den Pelion, en toen P. vermoeid was ingeslapen liet hij dezen alleen achter, na hem zijn zwaard te hebben ontnomen, in de meening, dat hij dus moest omkomen.

En inderdaad werd hij door de Centauren aangevallen; hij werd echter door Hermes (v. a. Hephaestus of Chiron) gered, trok naar Iolcus en doodde Ac. en zijne gemalin.—2) koning van Dulichium.