Gepubliceerd op 21-01-2020

MAATSCHAPPELIJK WERK

betekenis & definitie

Maatschappelijk werk wordt in drieërlei zin omschreven:

a) activiteiten die tot doel hebben het sociaal functioneren van personen te bevorderen (zie maatschappelijke dienstverlening);
b) algemeen maatschappelijk werk (zie maatschappelijk werk-1);
c) het werk van de maatschappelijk werker (zie maatschappelijk werk-2).

Maatschappelijk werk-1: Kenmerkend voor algemeen maatschappelijk werk is dat het zich niet beperkt tot bepaalde categorieën van personen (cliënten), maar in beginsel ten dienste staat van de gehele bevolking. Het krijgt te maken met een verscheidenheid van personen en van sociale moeilijkheden en situaties.

In de jaren 1955 tot 1965 ontstaan in Friesland een 35 instellingen voor algemeen maatschappelijk werk (a.m.w.), elk met een eigen levensbeschouwelijke signatuur: hervormd, gereformeerd, katholiek, „Humanitas”, protestants-christelijk. De provinciale, levensbeschouwelijke samenwerkingsorganen hebben deze ontwikkelingen sterk bevorderd. De meeste van de 35 instellingen hebben één maatschappelijk werker in dienst, een enkele 2 of meer. In 1967 komt in Midden-Frl. de eerste instelling voor a.m.w. tot stand, waarin gemeenten, kerken en Humanitas samenwerken (algemene stichting). Eind jaren, ’60 groeit het bewustzijn, dat deze verbrokkelde organisatie van het a.m.w. een goede ontplooiing van de beroepsmatige hulpverlening in de weg staat. Schaalvergroting wordt noodzakelijk geacht.

De provinciale samenwerkingsorganen besluiten tot een gezamenlijke bijdrage (advisering en begeleiding) aan deze schaalvergroting. Zij kiezen voor de totstandkoming van algemene instellingen voor a.m.w. en gezinsverzorging voor werkgebieden met 100.000 a 125.000 inwoners. In 1972 volgt de oprichting van de Projektgroep Maatschappelijke Dienstverlening Friesland. Doelstelling: gezamenlijke begeleiding van het proces van schaalvergroting (opgeheven per 30 juni 1974). C.R.M.-circulaires van april 1971, waarin de minimale omvang van een instelling voor a.m.w. op 6 maatschappelijk werkers wordt gesteld, geven Gedeputeerde Staten van Frl. aanleiding een Prov. Advieskommissie inzake schaalvergrotingsprocessen a.m.w., gezinsverzorging en gezinshulp in te stellen (mei 1972).

In september 1973 brengt deze kommissie een ontwerp-advies uit. Zij bepleit — op kortere of langere termijn — voor Frl. de totstandkoming van 5 of 6 instellingen voor a.m.w. èn gezinsverzorging. Het definitieve advies is eind 1974 verschenen. Het aantal instellingen voor a.m.w. is inmiddels van 35 (medio 1967) tot 14 (eind 1974) teruggelopen en het aantal maatschappelijk werkers is van ± 40 (1967) tot ± 70 (1974) gestegen. De instellingen zijn op één uitzondering na alle algemene instellingen. De Stichtingen voor Gereformeerd Maatschappelijk Werk (en Gezinsverzorging) in de klasses Hallum en in Achtkarspelen geven voorkeur aan een federatieve samenwerking boven samengaan in een gefuseerde algemene instelling.

Zij namen het initiatief tot de oprichting van de Protestants-Christelijke Stichting voor Maatschappelijke Dienstverlening in Friesland. Maatschappelijk werk-2: het werk van de maatschappelijk werker: de hulpverlener die de hogere beroepsopleiding maatschappelijk werk heeft gevolgd aan een sociale akademie of bij de stichting „Haarlem” of „Tilburg”. Maatschappelijke werkers zijn werkzaam bij een grote verscheidenheid van instellingen: algemeen maatschappelijk werk (zie m.w.-l), kinderbescherming, reclassering, gemeentelijke sociale diensten, gezinsverzorging, ziekenhuizen, schoolbegeleidingsdiensten, bedrijven, gehandicaptenzorg, niet-gehuwde moeders, medisch-opvoedkundige bureaux, bejaardenzorg, e.a. In Frl. bestaan thans twee mogelijkheden voor opleiding tot maatschappelijk werker: Agogische Akademie en de H.B.O.-kursus voor Sociale Dienstverlening, beiden te Leeuwarden. Voor benoeming bij bepaalde instellingen (bureau voor levens- en gezinsmoeilijkheden, medisch-opvoedkundig bureau) en in bepaalde functies (leidinggevend maatschappelijk werker of supervisor) is vereist, dat de maatschappelijk werker een voortgezette opleiding (de V.O.) heeft gevolgd of volgt. Dit kan alleen buiten Frl. (Groningen, Nijmegen, Amsterdam). Het a.m.w. in ziekenhuizen en in bedrijven wordt in Frl. voor een groot deel georganiseerd door het Gemeenschappelijk Instituut voor Maatschappelijke Dienstverlening (G.I.M.D.).

Er bestaat een afd. Frl. van de Ned. Ver. van Maatschappelijk werkers. Mr. Chr. F. Bramer.

< >