De ingrijpende veranderingen in de landbouw hebben grote gevolgen gehad voor de vorm en bouwwijze van de Friese boerderijen. Aanvankelijk was het vooral de veranderende behoefte aan tasruimte, die van grote invloed was op de boerderijbouw.
Later kwam de nadruk meer te liggen op de stalvorm, waarbij eisen van efficiency bepalend werden. Dit leidde tot verbouw van een aantal oude boerderijen. De schaalvergroting deed de behoefte aan meer stalruimte ontstaan; vele boerderijen werden aan één zijde naar achteren uitgebouwd. In het oude „foarhüs” deden nieuwe woonbehoeften zich gelden, vooral in de oude kop-hals-rompen. Een geheel nieuwe ontwikkeling werd bij de boerderijbouw ingeslagen bij het in zwang komen van ligboxenstallen. De momenteel in ruilverkavelingen nieuw gebouwde boerderijen bestaan voor het merendeel uit een loodsachtig stal-schuurgebouw en een min of meer los daarvan staand woonhuis. Elk jaar vallen voorbeelden van de oude Fr. boerderij-typen (kophalsromp, stelp) ten offer aan brand, storm, afbraak en verbouw, zodat het aantal gave oude boerderijen sterk afneemt.
Zie ook Stallenbouw.
Lit: S. J. v. d. Molen, Langs Frieslands oude boerderijen (1975).