Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Joh. heinr. achterfeld

betekenis & definitie

hoogleeraar in de kathol, theologie te Bonn, geh. 17 Jnnij 1788 te Wezel. Nadat hij in 1813 de priesterwijding ontvangen en, sedert 1814 kapellaau, te Wezel als zielverzorger werkzaam geweest was, werd hij 1817 als hoogleeraar naar Brunswijk beroepen.

In 1826 kreeg hij een beroep als professor der katli. theologische faculteitnaar Bonn, waar hem in 1827 de betrekking werd opgedragen van inspecteur in liet kath. theol. convictorium. Hier was hij te gelijk werkzaam met zijnen vroegeren leermeester Hermes, wiens Chris!, kathol. Dogmatiek hij na den dood van Hermes in het licht gaf. Het leerstelsel van Hermes werd door den pauselijken stoel verworpen als eene dwaalleer (zie HERMESIANISMUS), en Achterfeld als diens aanhanger in de uitoefening van zijne geestelijke bedieningen geschorst (1843). Sedert dat jaar gaf A. met Braun het Tijdschrift voor philosophie en kath. theologie uit, aan welk tijdschrift hij reeds sedert 1832 als mede-arbeider werkzaam was.

< >