fransch generaal, geb. 6 Maart 1753 te Straatsburg, nam 1792 als eenvoudig grenadier dienst in de fransche armee, doorliep spoedig de lagere graden, onderscheidde zich onder Custine bij het beleg van Maintz, en werd van daar naar de Vendee gezonden met den titel van brigadegeneraal. Met 4000 man stond hij 20,000 Vendeërs in den slag bij Torfou, en besliste de overwinning bij Cholet; hij had vervolgens eenige tegenheden, die op zijne rekening werden gesteld; doch niettemin hield generaal Marceau hem bij zich, en in den slag van Savenay (1793) vernietigde K. de Vendeesche armee.
Wegens den afkeer, dien hij liet blijken van de bloedige maatregelen in de Vendee, werd K. gebannen; doch men riep hem spoedig uit de ballingschap terug, behoefte als men had aan een man van zijne bekwaamheden. Als divisie-generaal bij de Sambre-Maas-armee droeg bij krachtdadig bij tot de overwinning bij Fleurus (1794), versloeg den prins van Wurtemberg bij Altenkirchen, en den prins van Wartensleben bij Friedberg (1796); hetgeen niet belette, dat hij nogmaals in ongenade viel, en de armee verliet (1797)). Door Bonaparte weder tot handelen geroepen, vergezelde hij dien op den tocht naar Egypte, had het grootste aandeel aan de overwinningen van den berg Tabor en van Aboekir, en werd door Bonaparte waardig gekeurd met het opperbevel bekleed te worden, toen deze terugkeerde naar Frankrijk. De treurige toestand, waarin de fransche krijgsmacht zich in Egypte bevond, noopte K. in Jan. 1800 eene capitulatie met de Turken te sluiten (zie ARisj);doch met zijne handvol dapperen bevocht hij 20 Maart 1800 de schitterende overwinning bij Heliopolis op eene ruim tienmaal sterkere legermacht, der Turken, en bracht daardoor het in opstand gewunene Egypte nogmaals lot onderwerping. Hij veriékerde het resultaat dezer overwinning door maatregelen van wijs regeeringsbeleid, maakte zich Moerad tot een bondgenoot, en stond op het punt met de Turken vrede te sluiten, toen hij (14 Juni 1800) te Cairo dooreen dweepzieken jongen Turk vermoord werd. Wat Frankrijk aan K. verloor, bewees de reeds kort daarna onvermijdelijk gewordene ontruiming van Egypte. In 1840 is te Straatsburg een bronzen standbeeld van K. opgericht.
