Gepubliceerd op 09-04-2021

Vlug

betekenis & definitie

adj. & adv., fluch, handich, snjiddich; — van begrip, byderhant, helder, gau, skerp; — ter been, rêdskonkich; dat verloopt —, dat giet hânsum, flot; te - gaan (van uurwerk), winne; even - kunnen (werken, leren enz.), meikomme kinne; (in staat om uit te vliegen, van vogels), flechtich.

< >