flink, bij de hand, slim, uitgeslapen
In deze betekenis in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Als voorbeeldzin geeft hij: ‘Een reeë vrouw.’
• Het kookte in Simbad. Die ploert was ree. ¶ Is. Querido, Van Nes en Zeedijk (1915), p. 32. De schrijver verklaart de betekenis (‘uitgeslapen’) in een voetnoot.