Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Jakobakannetje

betekenis & definitie

smalle, hoge kruik of kan van grauw, ongeglazuurd steengoed met draairingen

Wat vond men in de gracht van slot Teylingen? Een aanzienlijke hoeveelheid ongeglazuurde kannetjes. Slot Teylingen (bij Sassenheim) werd van 1433 tot 1436 bewoond door Jacoba van Beieren [1401-1436] en om die reden werden de kruikjes jakobakannetjes genoemd.

In de loop der tijd zijn voor een en ander drie verschillende verklaringen gegeven: 1. Jacoba had de gewoonte uit zulke kannetjes te drinken; 2. zij wierp ze daarna over haar hoofd de gracht in; 3. zij hield zich op slot Teylingen onledig met het maken van jakobakannetjes. Deze nogal flauwe verklaringen worden door het Woordenboek der Nederlandsche Taal in volle ernst opgesomd, maar vervolgens wel verworpen.

Zeker is dat de kannetjes in feite uit het Rijnland komen en dat ze al vanaf de 14de eeuw naar Holland en Vlaanderen werden geëxporteerd. Het is ook mogelijk dat jakobakannetje een vertaling is van het Noordfranse jacqueline, dat 'buikig aarden kruikje' betekent.

Jacoba mag het weten.

Vergelijk Bellarmijnkruik