Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

dofsnuiver

betekenis & definitie

strop, tegenvaller

In 1935 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis.

• ‘Karamba! wat hebbe die #breibroeke je een dofsnuiver bezorgd!’ ¶ Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar (1935), p. 33
• We zullen de Justitie een dofsnuiver bezorgen en net klaar zijn als zij komt om de voorraad te verschepen. ¶ Willem van Iependaal, Lord Zeepsop (1937), p. 9

< >