Homofilie. Ook wel: onnoembare* of stomme* zonde. Eigenlijk: de zonde waarover men niet spreekt: hetgeen men vroeger veroordeelde als tegennatuurlijke ontucht. In de achttiende eeuw was ‘naamloze zonde’ een populair eufemisme. ‘Stomme zonde’ daarentegen is al veel ouder.
Homoseksualiteit was destijds nog illegaal en het beoefenen van sodomie was een zwaar taboe. Eveneens in het Engels: ‘the nameless crime; the secret sin; the love that dare not speak its name’. Zie ook: ‘Engelse”' zonde’ en ‘de liefde* die vriendschap heet’.
Weyermans geschriften tegen het jodendom, tegen de ‘naamloze zonde’ (homofilie), of tegen de katholieken werden goed verkocht.
Onze Taal, mei 1988, over Jacob Campo Weyerman, satirische schrijver van de achttiende eeuw
