I. 1. laken, beddelaken; doodskleed; 2. blad [papier]; vel; (nieuws)blaadje; 3. plaat [metaal]; 4. schoot; a sheet of fire, één vuurzee; a sheer of ice, een ijsvlakte; a sheet of needles, een brief naalden; a sheet of snow, een sneeuwkleed; a sheet of water, een watervlak; between the sheets, onder de wol; in sheets, 1. in losse vellen [v. boek]; 2. in stromen [v. regen]; with flowing sheets, met gevierde schoten;
II. met lakens beleggen; bedekken, overtrekken, bekleden; the sheeted rain, de in stromen neergietende regen.