Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Blast

betekenis & definitie

I het blazen, luchtstroom, (ruk)wind, windstoot; Iuchtdruk(werking), stoot , geschal, ontploffing; springlading; schadelijke invloed op planten en dieren; bederf; pest, vloek; in full blast, in volle werking (gang);

II verdorren, verzengen; laten springen; aantasten, doen mislukken, vernietigen, verwoesten; blast it!, vervloekt!

< >