Een berijmde kroniek van ca. 500 regels van de gebeurtenissen in Zeeland in 1572 en 1573. De schrijver, kennelijk een Middelburgse rederijker, Spaansgezind en r.k., verschuilt zich achter de zinspreuk ‘Niet sonder maer’.
Het gedicht heeft geen letterkundige betekenis, maar bevat enkele bijzonderheden over het beleg van Middelburg, die men elders tevergeefs zoekt. Het handschrift in het gemeentearchief te Leiden werd in 1872 door G.D. J. Schotel uitgegeven.LITERATUUR
Meertens, Letterkundig leven, 80-81.