(Ooltgensplaat 23 jan. 1898). Kunsthistoricus.
Aanvankelijk werkzaam bij het lager onderwijs te Middelburg. In 1927 gehuwd met de schilderes Elizabeth Smit. Vanaf 1928 zelfstudie kunstgeschiedenis. Van 1949-1965 directeur van de musea te Dordrecht. Werkte vóór 1949 mee aan het Zeeuws Woordenboek. Als kunsthistoricus vele publicaties op zijn naam o.a. over Johannes Hermanus en Barend Cornelis Koekkoek, Jacobus Perkois, Adriaen Coorte en Philips Angel. Voor de radio verzorgde hij een tiental jaren lezingen in de uitzending van Openbaar Kunstbezit.In ‘Een Middelburgse Brueghel-groep’ worden studies gewijd aan Ambrosius Bosschaert de Oude, Balthasar van der Ast, Bosschaerts zonen, Christoffel van den Berghe, Molanus, Jacob van Geel, Adriaen Pietersz van de Venne en Johannes Goedaert. Bol geniet bekendheid door het schrijven van standaardwerken over Hollandse schilderkunst te weten ‘Holländische Maler des 17. Jahrhunderts, nahe den grossen Meistern, Landschaften und Stilleben’ (Braunschweig 1969) en ‘Die Holländische Marinemalerei des 17. Jahrhunderts’ (Braunschweig 1973). Verder versehenen in boekvorm ‘Adriaen Coorte, a unique late Seventeenth Century Dutch still-life painter’ (Assen/Amsterdam 1977), ‘Jan van Eyck’ (Utrecht 1965), ‘The Bosschaert Dynasty, painters of flowers and fruit’ (Leigh-on-Sea 1960) en ‘Bekoring van het kleine’ (Amsterdam Stichting Openbaar Kunstbezit 1963).
