Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

TUIEREN

betekenis & definitie

Brabants voor het aan de ketting leggen van koe, kalf, geit of schaap in de wei of langs de baan. Wordt ook overdrachtelijk gebruikt: „Oh? Zijde ’r al? Hedde oew tuier af?” en: „Ik ga’s op huis aon, want ik heb m’n tuier af.” Bron: W.

Iven.