Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

TUINBOUW

betekenis & definitie

kwam in Noord-Brabant, naast de zeer omvangrijke landbouw, met groente- en fruitteelt vanaf het begin van de 20ste eeuw geleidelijk aan meer tot ontwikkeling. Er was in Noord-Brabant reeds van tuinbouw sprake in de Middeleeuwen rondom de steden, en meer nog bij kloosters en kastelen.

Bedrijfsmatig is de tuinbouw meer van recente datum, al kende men wel reeds vroeg groentebedrijven en bloemisterijen.De eerste tuinbouwscholen dateren van na 1867; de R.K. Hogere Landbouwschool in ’s-Hertogenbosch kreeg ook een afdeling Tuinbouw; tuinbouwwinterscholen kwamen er vanaf 1921; tuinbouwvakscholen in 1937. Daarnaast werden proeftuinen en proefstations ingericht. Ging men in de landbouw geleidelijk aan van graanbouw over op maisbouw, vele landbouwers bestemden hun grond voor de tuinbouw, waardoor de bedrijven geïntensiveerd werden. Aanvankelijk vooral in het westen van de provincie, waar de tuinbouw reeds voor de Eerste Wereldoorlog zeer belangrijk was. Ook delen van de Peel, bij Deurne, werden in cultuur gebracht en voor de landbouw bestemd.

In de jaren ’80 werd op diverse plaatsen de omzet meer dan verdubbeld. Groenteteelt is er in de omgeving van Den Bosch, m.n. ook in Helenaveen en andere kerkdorpen van Deurne, de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom; fruitteelt voornamelijk in de Baronie, Uden, Mierlo, hoornen bloemkwekerijen m.n. in Oudenbosch, Zundert en enkele plaatsen in Midden-Brabant. Het platglas verdween geleidelijk aan na 1950; daarvoor in de plaats kwamen de zogenaamde warenhuizen; tomaat kwam eerst van de koude grond, later uit kassen. Bekende produkten zijn augurken, paprika’s, sla, radijs, paddestoelen. De champignonkweek kwam vooral na 1950 tot ontwikkeling. Breda e.o. is bekend om de aardbeien en frambozen; Mierlo en Uden om de kersen, Bergen op Zoom om de asperges, Helenaveen om augurken, paprika, sla, radijs. Bomenteelt was eerst een tak van de tuinbouw; Oudenbosch werd bekend om de laanbomen, Haps en Cuijk om de rozen, Zundert om bosplantsoen, Brabant in het algemeen om sierstruiken en sierconiferen.

Bron: TNO-Project 1981.