(Roosendaal 1905), pianist-componist; studeerde aan het Haagse conservatorium bij Everhard van Beinum, compositie bij Johan Wagenaar en bij Paul Juon en Curt Sachs in Berlijn; was van 1941-71 hoofdleraar piano aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag, gaf tevens les aan het Amsterdamse Conservatorium van 1949-71; maakte in 1930 zijn debuut bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Eduard Flipse met het Consertino alla Burla.
Van zijn vele composities dienen genoemd 6 Symfonieën waaronder Piccolo Sinfonia; Sinfonia concertante en de derde symfonie met als thema de tweede wereldoorlog, waaruit hoop en vrees voor de bevrijding spreekt (1943), liederen op teksten van J. C. Bloem, Slauerhoff, Nijhoff, Baudelaire en Rilke; kamer- en kindermuziek.
Orthel kreeg veel opdrachten en prijzen, werd voorzitter van de vakgroep componisten van de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging en voorzitter van de Johan Wagenaarstichting.