(Rotterdam 1882-Haarlem 1969), woonde en werkte ruim vijftig jaar van zijn leven in Den Bosch, Oisterwijk en Tilburg; was spoorwegbeambte, daarnaast begaafd pianist, kunstkenner en filosoof; vriend van Theo van Doesburg met wie hij o.m. de bekende kunststroming De Stijl oprichtte. Van Doesburg was met Evert Rinsema als militair op de Regte Heide tussen Alphen en Riel gelegerd.
Uit hun relatie met Kok ontstond het tijdschrift De Stijl (1917-31). Kok was de enige schrijver, die het eerste manifest van De Stijl in 1917 ondertekende; hij had ook bemoeienis met de oprichting van het blad van die naam. Hieraan werkten o.a mee de schilders Piet Mondriaan en Bart van der Leek en de architect J. Oud. Kok publiceerde er beschouwingen in over de nieuwe en de oude kunst en de eerste klankdichten, voordat o.m. Paul van Ostayen daarmee in het licht trad.
Hij kwam ook met denkextracten. De kunstschilder Kees Verwey maakte een veertigtal portretten van Kok. In Tilburg werd in de jaren ’80 een grote herdenkingstentoonstelling gehouden in de Stadsschouwburg.Bron: Actum Tilliburgis, 1982.
