Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

DUYM, JONKHEER JACOB

betekenis & definitie

(Leuven 1547-vóór 1624). Brabantse rederijker.

Hij was kapitein in het leger van de Prins, werd in 1584 door de Spanjaarden krijgsgevangene gemaakt en opgesloten in het kasteel van Namen. In 1586 werd hij weer losgelaten. Hij vestigde zich in 1588 in Leiden en werd er hoofd van de Vlaamse Kamer D’oraigne Lelie. In 1608 vertrok hij naar Brabant.Hij schreef twaalf toneelstukken, deze zijn uitgegeven in het Spiegelboeck (1600, dit bevat zes „spiegels” van deugden) en het Ghedenckboeck, hetwelck ons leert aen al het quaet en den grooten moetwil van de Spaignaerden en haeren aenhanck ons aen ghedaen te ghedencken ende de groote liefde en trou van de Princen uit der Huyse van Nassau aen ons betoent, eeuwelick te onthouden. Speelwijs in dicht gesteld door Jacob Duym (1606, dit bevat zes spelen ter gedachtenis aan de moedwil der Spanjaarden: de moord op Prins Willem, het beleg van Leiden, de inneming van Breda (geschiedenis van het Turfschip), etc.).

K. Poll heeft in 1898 een proefschrift over Jacob Duym geschreven.