(Gennep, Noord-Limburg 1920).
Huidige woonplaats: Veghel. Na gymnasium en kweekschool, behaalde hij de hoofdakte, l.o.akten Duits en Engels en de m.o.-akte Nederlandse taal- en letterkunde. Studeerde filosofie.
Medewerker van het literair tijdschrift Roeping/Raam en andere periodieken, o.a. Merlyn en Nieuw Vlaams tijdschrift.
Publikaties: Een hand boven de ogen (1960), Buiten schot (1961), De gekruisigde rat (1965), Het Mexicaanse paardje (1966), Blazen tot honderd (1967). De steek van een schorpioen (1968), De 1500 meter (1971), Van je familie moet je ’t hebben (1976), De dia’s van Andrea (1977), Beeld voor dag en nacht (1982). Prijzen: 1962 de Anne Frank-prijs voor Buiten schot: in 1965 de literatuurprijs Groot-Kempische Cultuurdagen Hilvarenbeek voor De gekruisigde rat; in 1966 de literatuurprijs van de provincie Noord-Brabant en in 1968 de Vijverbergprijs Jan Campertstichting voor De steek van een schorpioen. Was lid Sectie Literatuur Provinciaal Genootschap van Noord-Brabant.
