Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Verzet

betekenis & definitie

Benaming van alle acties, in welke vorm dan ook, die tegen de Duitse bezetter werden ondernomen tijdens WOII. In Nederland is nauwelijks sprake geweest van massaal openlijk verzet.

Kwam het daar wel van, zoals tijdens de Februari-staking in 1941 en de April-Meistaking, dan werd dat door de Duitse bezetter hardhandig de kop ingedrukt. Een uitzondering vormde de Spoorwegstaking van 1944. Meestal beperkte het verzet zich tot daden in kleiner verband, gericht op specifieke doelen. Voorbeelden hiervan zijn de acties aan de universiteiten tegen het ontslag van joodse hoogleraren, van de leiding der kerken tegen de aantasting van de verzuilde structuur van het maatschappelijke bestel en van de medische stand tegen de oprichting van de artsenkamer. Veel omvangrijker was het ondergrondse verzet.De eerste vormen van verzet waren het schrijven, drukken en verspreiden van illegale lectuur. Onderduikers kregen hulp van de Landelijke Organisatie (LO) en om persoonsbewijzen en distributiekaarten te verkrijgen werkte deze organisatie nauw samen met vervalsingsorganisaties. Het gewapend verzet werd vooral gepleegd door leden van de Landelijke Knokploegen (LKP). Deze ging na Dolle Dinsdag (september 1944) samenwerken met andere organisaties en vormde zo de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Andere verzetsorganisaties waren de Pilotenhulp en Inlichtingenwerk.

In Groningen waren diverse ondergrondse verzetsgroepen actief. Voorbeelden zijn de LO-afdeling Groningen, opgericht in 1942 door Cornelis Kraal en Frits de Zwerver uit Meppel, en de Groepen Bedum en Veenkoloniën.

In de loop van 1944 speelde Hessel van der Zee, die zich als Zuster Jo in verpleegstersuniform op straat waagde, als contactman een opvallende rol. Pas in november 1944 kon de LO als gecentraliseerde eenheid naar buiten treden. Door het illegale karakter is het moeilijk het aantal verzetsmensen vast te stellen.

Het risico van verzetsactiviteiten bestond uit wraak- en strafmaatregelen van de Duitsers, zoals executie en gijzeling van onschuldigen.

Lit.: E.A.J. Boiten, J.F.J. van den Broek en S. Broekema (red.), Groningen in oorlogstijd (Groningen 1980); S. Broekema, Verzet in Groningen (Groningen 1986); ‘Chaos en willekeur. Het jaar van de bevrijding in Stad en Ommeland’, Stad & Lande 4, afl. 1 (1995).