Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Suringa, johannes (jan)

betekenis & definitie

(Groningen 1821 - Groningen 1902)

Verdienstelijk onderwijzer te Groningen. Suringa volgde de hulplessen van de Nutskweekschool; hij was ondermeester en huisonderwijzer, daarna hoofd van het Groene Weeshuis (1846-1854) en hoofd van een school (1854-1891). Hij schreef onder andere Volkszangboekje (1878), Twee- en driestemmige volksliederen (1883) en Groningen in zijn verleden en zijn heden geschetst (1899).

Lit.: W.J. Veenhuizen, ‘J. Suringa’, GVA 1903,107-115.

< >