Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Kleiwinning

betekenis & definitie

Het afgraven van klei ten behoeve van de steenbakkerijen of tichelwerken wordt in Groningen aftichelen genoemd. Veelal wordt daarbij zware knipklei gewonnen.

Alvorens af te graven verwijdert men de humushoudende teelaarde, die ongeschikt is. Al naar gelang de dikte van de knipkleilaag wordt 30 tot 60 cm klei afgegraven. De afgraving vindt perceelsgewijs plaats, veelal over grotere aaneengesloten oppervlakten. Rond 1900 kende Groningen een zestigtal steenfabrieken. Voor de twee in de jaren ’90 nog resterende steenfabrieken wordt per jaar zo’n 35.000 m3 klei afgegraven.Kleiwinning vond ook plaats ten behoeve van de dijkbouw, waarbij zowel aan de zeezijde als aan de landzijde klei werd afgegraven. Wanneer dit aan de landzijde plaatsvond, zoals bij de Reitdiepdijken, ontstonden aan de binnenzijde van de dijk reeksen van kleiputten. Nu zijn deze percelen nog herkenbaar aan de ongelijke maaiveldsligging.

Ten slotte is kalkrijke (woel)klei gewonnen ten behoeve van de bemesting van het land (woelen).