Op 25 januari 1974 richtte H.H. Meijer in Veendam de Grönneger Bond op.
Deze politieke partij verzette zich tegen de achterstelling van Groningen en eiste meer ruimte voor de Groninger cultuur (o.a. Gronings als leervak in het onderwijs en als spreektaal in het openbaar bestuur). Daarnaast bepleitte de Bond een min of meer zelfstandig laand Grönnen - aanvankelijk gedacht binnen een federaal Nederlands staatsverband, later als onderdeel van een nieuw te vormen Nedersaksische staat. Begin jaren ’80 kreeg dit federalisme meer nadruk en doopte de Grönneger Bond zich om tot Federalistische Partij Grunneger Bond (FPGB). Gesteund door slechts weinig leden en met veurzitter Meijer als lijsttrekker, nam de Bond in de periode 1974-1987 vier maal aan de Statenverkiezingen deel. De partij behaalde niet meer dan 0,5% a 0,9% van de stemmen, veel te weinig voor een zetel. De zwak georganiseerde FPGB had electoraal blijkbaar geen bestaansrecht en besloot zich op 25 maart 1987 op te heffen.Lit.: G. Voerman, “Het is stoer de Grönnegers wakker te kriegen.’ De lotgevallen van de Grönneger Bond’, GVA 1988, 142-160; G. van der Veen, ‘Meijer, Harm Hindrik’ in: Van Dijk en Foorthuis, Vierhonderd jaar Veenkoloniën, 279-284 (Groninger versie: 145-151); A.P.M. Lucardie, H. Meijer en G. Voerman, ‘Friese en Groningse federalisten falen en Limburgse regionalisten slagen’, Namens. Tijdschrift over vertegenwoordiging en democratisch bestuur 2. afl. 6 (1987) 327-332.
