Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Geboorte

betekenis & definitie

Vroeger werd een kind door de baker, ’t wief mit horens, gehaald. Op het platteland was het gebruikelijk dat de buurvrouwen bij of kort na de bevalling aanwezig waren en de kraamvrouw verwenden met allerlei etenswaren en versnaperingen.

Ook werden kleertjes en speelgoed gegeven. Die gewoonte is later afgeschaft. Er werd te veel gepraat en dat gaf te veel drukte voor de kraamvrouw. Een aantal dagen na de geboorte volgde een kraamvisite. Een gebruik dat is gebleven, is het trakteren van het bezoek op beschuit met muisjes. Vaak trakteerden broertjes of zusjes van de jonggeborene de kinderen op school en vader deed het op z’n werk aan zijn collega’s.

De negende dag zag men altijd met enige zorg tegemoet. Pas na die dag was men er gerust op dat het goed zou gaan met moeder en kind. Dat was ook de reden, waarom de kraamvrouw de eerste negen dagen na de bevalling het bed hield. Men achtte haar zes weken onrein, tot na haar eerste kerkgang. Zolang mocht ze niet voor het eten zorgen en alleen uitgaan. ’s Nachts moest het licht blijven branden. Stierf een vrouw in het kraambed dan kreeg ze een witte doek over de kist. Die kwam niet op een lijkbaar maar werd op stokken gedragen. Zie ook kinderen.

Lit.: Onnekes, Zeden, 40-41; Ter Laan, Volksleven II, 43, 87, 125; D. van der Heide, De taal van oud gereedschap (Bedum 1994) 38-41.