Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Abbas, boer

betekenis & definitie

Oud-legerkapitein die rond 1750 in Veenhuizen bij Finsterwolde boerde, een ware bullebak. Na zijn dood kon hij geen rust vinden.

Bij zijn begrafenis zou hij op het dak hebben gezeten om te kijken of alles wel goed ging. Een duivelbanner bracht met paard en wagen zijn geest in de Dollard, maar hij bleef tot in deze eeuw ’s nachts op de boerderij terugkomen, rijdend op een grauwe schimmel, met een ruige mantel aan en een hoge puntmuts op. Zie ook spokerij.Lit.: GEI, 3-4: Huizenga-Onnekes, Heksen, 244.