Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

rustica

betekenis & definitie

Bruut werk, bouwtrant die gebruik maakt van niet of ruw behouwen materiaal. Dat kan zijn om de schijn van landelijkheid te wekken (tuinarchitectuur). Daartoe worden opzettelijk ruwe, ongekunstelde, primitief uitziende objecten of bouwwerken vervaardigd van eenvoudige en natuurlijke materialen, zoals takken en boomstammen, ev. vergezeld van rotswerk, schelpen, beenderen e.d. cementrustiek.

Ook kan een sprekend contrast geschapen worden t.o.v. vlakke delen, vooral in de sokkel van gevels, poortomlijstingen, cordons. Zeer geliefd ornament in de Italiaanse renaissance, o.a. aan palazzogevels. Vaak niet in natuursteen, maar in bepleisterde baksteen.

De Italiaanse barok ging zelfs zo ver dat zij pilastervoetingen voorstelde alsof die in de ruwe materie ontsproten, b.v. aan Bernini’s Palazzo di Monte Citorio te Rome. Sprekende voorb. te Rome: Bernini’s Tritonfontein (1640) en Fontana’s Trevifontein (voltooid 1637), waar een pilaster- en zuilenfront boven ruwe rotsmassa’s opstijgt. Nog naturalistischer is het portiek van de St.-Johannes Nepomukkerk in München (1733) met haar vormeloze steenhopen ter weerszijden.

Meulenkamp, W., Follies. Bizarre bouwwerken in Nederland en België.