alk van ijzer van een bijzondere doorsnede, vaak I-, H-, U- of T- of L-vormig. Ook: façonijzer. Te onderscheiden zijn meestal het lijf, en een of twee flensen.
Reeds in gietijzer werden in XIX dergelijke balken gemaakt. De uitvinding van het walsprocédé door de Amerikaanse ingenieur Grey, dat het walsen van de profielvorm mogelijk maakte, dateert van 1901. Er komen een aantal typen voor: –inp (I-normaalprofiel), ook wel dubbel T-balk of balkijzer. –Breedflens (I) profiel, met hellende flenzen of met parallelle flenzen, Differdinger balk. –unp (U-normaalprofiel), ook wel kanaal- of gootprofiel. –Hoekprofiel (lnp), hoekstaal, zowel gelijkzijdig als ongelijkzijdig. –T-profiel (tnp), gelijkzijdig (hooglijfprofiel) en ongelijkzijdig (breedflens T-profiel). –Z-profiel (znp), binnen- en buitenflenskanten parallel. –Kwadrantprofiel, halfhol met flenzen. –Kwadraatprofiel, rechtvlak met flenzen onder 45°. –Belegijzer, Zorèsijzer. –Bandstaalprofiel.
