Johannes Hendrik; geb. Den Haag 30 september 1803, overl.
Amsterdam 22 februari 1881 (Scheen 1970, bldz. 584: foutief Den Haag). Leerling van C. Kruseman. Was betaalmeester der Nationale Schuld te Amsterdam, tevens amateurschilder en vooral -tekenaar van portretten en genrestukken. In 1836 lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam.Tentoonstellingen Haarlem 1825, Amsterdam 1820-1838 en Den Haag 1821, 1835, 1837, 1869 en Rotterdam 1873: portretten, meisje bij een fontein; jong meisje, bezig pluimvee te voeren; oude vrouw met visemmer; zigeuners; interieur van een oude kerk; aan de rand van een bos; Jacob Cats met zijn familie; krijgsman in oud kostuum biedt meisje een glas wijn aan; bosrijk landschap (1869); stilleven; man en vrouw in oosterse kleding.
AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): een gezicht op Amsterdam, 1848 (tekening uit de verz. Splitgerber). -Rijksmuseum: de minnebrief (gem. J. H. van West 1838). -Rijksprentenkabinet: tekeningen). HAARLEM -Gemeentearchief: tekeningen, w.o. de Kleine Houtpoort; de Schalkwijkerpoort; de Raakstorens, op de voorgrond vissende kinderen; enz.
Immerzeel; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker Wurzbach.