Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Uppink, willem

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam, ged. 18 november 1767, overl.

Amsterdam 3 januari 1849. Woonde en werkte aldaar. In 1809 lid van ‘Felix Meritis’ ter plaatse. Was hoofdzakelijk behangselschilder, schilderde ook portretten en landschappen met vee. Gaf les aan J. Bruggink.Tentoonstellingen Amsterdam 1836-1846: mansportret; het portret van een schilder; landschap met schapen bij hoog geboomte; landschap met molen; landschap met vee; bosgezicht; damesportret; boomrijk landschap.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: zelfportret? (gem. Wm Uppink 1788); portret van een schilder, verm. H. Uppink; portret van een vrouw (gem. Wm. Uppink 1833). -Rijksprentenkabinet: een tekening, ENSCHEDE -Rijksmuseum Twenthe: boomrijk landschap (gem.

Wm Uppink). HAARLEM -Frans Halsmuseum: landschap (pasteltekening), OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: portret van een aan een tafel zittende dame.


Oud-Holland III, 1936 (]. Knoef).

Knoef; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall II en port.