Ged. Den Haag 23 februari 1670, overl.
Den Haag 11 juni 1757. Leerling van zijn broer Augustinus Terwesten I, van W. Doedijns en D. Mytens II. Maakte reizen naar Duitsland (Berlijn) en Italië. Was een der oprichters van de Haagse Tekenakademie.
Schilderde portretten, figuurstukken en allegorische voorstellingen. Pruisisch hofschilder en regent van de tekenakademies in Berlijn en Den Haag. Gaf les aan H.D. Cuipers, P. van Cuyck I, J. van Gooi, J. Graham, J.J. Nachenius, A. Terwesten (de Jonge) en P. Terwesten.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: allegorie op de vrijheid (gem. M: Terwesten f 1701). -Rijksprentenkabinet: ± 20 tekeningen, DEN HAAG -Akademie v. B.K.: zelfportret. -Gemeentemuseum: zelfportret, 1724. -Stadhuis: een plafondschildering. -Oud-Kath. kerk (H. Augustinus): een altaarstuk (Jezus op Thabor). Herenhuis Noordeinde 138-140: een stucplafond, gemodelleerd en geschilderd (M. Terwesten 1708).
Herenhuis Surinamestr. 22: een plafondstuk. LEIDEN -Rijksprentenkabinet: Marsyas, opgehangen aan een boom (roodkrijttekening). MONSTER -Raadhuis: Salomo’s recht (gem. M. Terwesten 1751).
Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Voorloopse lijsten der Nederlandsche Monumenten III, V/1 en VI; Wurzbach.