Geb. Beetsterzwaag (gem.
Opsterland) 24 juni 1872, overl. Meppel 12 november 1946. Broer van W. H. van Schaïk. Woonde en werkte in Beetsterzwaag, Scheveningen tot na 1902, Bushey, Opsterland tot 1922, daarna in Meppel. Leerling van C.
Bisschop en van H. von Herkomer (Engeland). Schilderde, tekende, etste en graveerde vnl. landschappen. Gaf les aan A. Forie.Tentoonstelling Groningen 1902: herfst (Oldeterp, Friesland).
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Waller.