Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Heijl

betekenis & definitie

Marinus; geb. Utrecht 22 maart 1836, overl.

Amsterdam 29 januari 1931. Van 1851 af was hij in Amsterdam werkzaam. Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam en van H. D. Kruseman van Elten. Na 1880 maakte hij reizen naar Duitsland en Zwitserland.

Schilderde landschappen (bosgezichten en bergachtige landschappen), dikwijls met figuren en vee gestoffeerd; heeft ook geëtst en gelithografeerd. Enkele malen werkte hij samen met Anton Mauve; gaf raadgevingen aan Geo Poggenbeek en les aan S. N. Bastert, A. Gildemeester, J. O.

A. Lingeman. In 1871 werd hij lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Groningen 1858-1904 (en later): verschillende bosgezichten ; op de heide bij Wolfheze; verscheidene avondstemmingen; enige boerenerven enz.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: avondlandschap (gem. M. Heijl). -Rijksprentenkabinet: tekening(en). ARNHEM -Gemeentemuseum: twee landschappen; een boomstudie. HAARLEM -Frans Halsmuseum : een landschap.

Kunstkronijk 1866 (bldz. 30) en 1868 (bldz. 34); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1923 (‘Onze schilders', bldz. 127).

Gram 1880 en 1904; Luns; Lurasco; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port. ; Waller.