Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

Holtedieren of Coelenterata

betekenis & definitie

hoofdafdeling van dierenrijk. Kenmerken: één enkele grote holte (darmlichaamsholte, waarin het voedsel gedeeltelijk verteert), die slechts één opening met de buitenwereld heeft (mond), omgeven door tentakels (vangarmen).

De lichaamswand bestaat uit ecto- en entoderm, met daartussen een steunlaag (bestaande uit intercellulaire stof). In ectoderm o.a. zintuig- en netelcellen (gifcellen). Cellen van entoderm nemen door fagocytose kleine voedseldeeltjes op en verteren die (intracellulair). Onverteerde delen gaan via de mond naar buiten. Zuurstofopname door beide lagen vanuit het water; kooldioxyde wordt afgegeven.Er zijn twee typen: poliepvorm, vastzittend met de mond naar boven; kwalvorm: vrij zwemmend met de mond naar beneden, klokvormig met dikke steunlaag. Voortplanting: knop van poliep vormt een kwal met mannelijke of vrouwelijke voortplantingsorganen (ei-larve-poliep). Sterke regeneratie bij zoetwaterpoliep: in stukken gesneden, groeit ieder stuk weer uit tot een nieuw dier.

< >