Maakt in deze tijd als Halloween-masker en op de spijskaart een opleving door. Teneinde zeer fraaie pompoenen te kunnen oogsten, ontwikkelden vroegere liefhebbers van de vrucht fantasievolle strategieën.
Ter illustratie: op hemelvaartsdag de zaadjes onder klokgelui in de grond steken, dan worden de pompoenen zo groot als kerkklokken (naar een artikel van H. Frischbier in het Altpreußischen Monatsschrift
Nr.22/1885). Of: men gaat op de afzonderlijke zaadjes zitten, voor ze in de grond worden gestopt, dan worden de pompoenen zo dik als achterwerken; zo ging volgens Paul Drechsler (Sitte, Brauch und Volksglaube in
Schlesien) een oude vrouw te werk in een dorp niet ver van het voormalige Breslau. Volgens Rosa Fischer (Öststeierisches Bauernleben) gedijen pompoenen bijzonder goed wanneer men bij het inzaaien leugens vertelt. Dat geldt overigens ook voor kummel, peterselie, paddestoelen en uien en was reeds in de oudheid bekend. ‘Liegen’ betekent hier zoiets als: ik wens vurig dat er spoedig vogels zullen komen die alle zaadjes opeten. Of: eigenlijk wil ik helemaal geen kogelronde pompoenen, maar juist een heel kleine verschrompelde. Waarom dit spel? Het Handwörterbuch des deutschen Aberglaubens verklaart het met bijgelovige omkering: ‘Het tegenovergestelde en paradoxale leidt tot succes.’
→Halloween.