Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

Is er dan geen balsem in Gilead?

betekenis & definitie

Balsem, Jeremia 8: 22.

Is er geen balsem in Gilead? Zoo vraagt de profeet Jeremia, wanneer hij, diep terneergedrukt door de gedachte aan het dreigend gevaar dat het Joodsche volk onder koning Jojakim boven het hoofd hangt, nergens uitkomst ziet. Hij ducht (zie Kuenen Inleiding op de boeken des O. V. II 182) dat de Scythen, die te dien tijde Azië overstroomden, ook in Palestina een inval zouden doen en door die woeste horden zijn volk, toch reeds aan ellende ten prooi, wegens de verregaande zedeloosheid, zwaar gekastijd zou worden. Bij die bekommernis vindt hij noch voor zich zelven troost noch is in staat om zijn ongelukkig volk te bemoedigen. Is er, dus vraagt hij, dan geene uitkomst, nergens een middel om de ellende te verzachten, den ondergang te voorkomen? Die kreet van wanhopige droefenis drukt hij uit met het beeld, in de genoemde woorden vervat, is er geen balsem in Gilead? De balsem was eene harsachtige zelfstandigheid, welke door voorzichtige insnijding in den stam der balsemstruik verkregen werd en welke als reukwerk, maar vooral als geneesmiddel in het Oosten eene hooge waarde bezat. De balsemstruik geleek op den wijnstok maar had altoos groene bladen; zij werd in den omtrek van Jericho gekweekt, maar groeide ook in de liefelijke vruchtbare dalen van het aan de overzijde der Jordaan ten noorden en ten zuiden der rivier Jabbok gelegene Gilead. Daarom wordt menigmaal van Gileaditischen balsem gesproken bv. Jeremia 46, 11 enz. wegens de uitstekende geneeskracht die de Oosterlingen hem toeschreven tot heeling van wonden. De benaming werd als beeld gebruikt voor het middel dat de wonde, aan het Israëlietische volk geslagen, heelen, de ellende waaronder het gebukt ging of waardoor het getroffen zou worden, verzachten of wegnemen kon.

Gelijken zin heeft ook de uitdrukking bij ons en wordt niet enkel ten opzichte van geheele volken, maar ook van bijzondere personen in overdrachtelijken, geestelijken zin gebruikt. Gelijk wij in het algemeen spreken van balsem voor de wonden onzer ziel, is Balsem van Gilead de veelbelovende titel van een boek met geestelijke vertoogen voor beproefde christenen van den bekenden stichtelijken schrijver Willem Teellinck, maar zoo vraagt ook een der hoofdpersonen in de novelle: “Gij zult niet stelen” vertaald in het Nieuws van den Dag van 12 April 1873: is er dan geen balsem in Gilead? hebt of weet gij dan geen voldoend heelmiddel, geene genoegzame vertroosting voor mijne diep verslagene ziel?

Quitard, Dictionnaire pag. 124 onder donner du baume de Galaad geeft in strijd met de oorspronkelijke, aanstonds opgegevene beteekenis der uitdrukking daarvan deze verklaring: S’apitoyer sur le malheur de quelqu’un au lieu de le secourir.

< >