Zij heeft een hoerenvoorhoofd
Hoerenvoorhoofd, Jeremia 3: 3. Met deze uitdrukking wordt aangeduid dat aan eene vrouw de zedige bescheidenheid in gebaren en houding ontbreekt, dat zij met onvrouwelijke onbeschaamdheid optreedt. De uitdrukking is overgenomen uit Jeremia 3: 3 waar de profeet hetzelfde van zijn volk getuigt. Met een bij de profeten menigmaal voorkomend beeld stelt...