Wat is de betekenis van zich de beris lachen?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

zich de beris lachen

(1944) (of: lopen, werken enz.) (Barg.) erg hard lachen, lopen, werken enz. • „Wie zei, dat je je in deze tijden niet het beris kon lachen?” vroeg Jager. (Willem W. Waterman: Wie zei dat je in dezen tijd niet kon lachen? 1944) • ik lôôp me 't Berus, ik lôôp me te Bérus: ik loop me 'n ongeluk (Si...