struik, struikgewas
(16e eeuw) (inf.) vrouwelijk schaamhaar. Deze metafoor (venusheuvel bedekt met gewas) komt al voor in de Middeleeuwen (o.a. terug te vinden in het Antwerps Liedboek). • Hij duwt haar jeans omlaag en streelt haarover haar bolle buik en heupen,over haar struikgewas. (Hugo Raes: Een faun met kille horentjes. 1966) • Een tijdlang werd mijn v...