Wat is de betekenis van Rijs, tak?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rijs, tak

o. (rijzen), 1. jong, dun takje, teen; — als. voorwerpsn. met mv., eert. ook rijzers : een woud van rijzers (Staring); (spr.) jonge rijzen kan men buigen,, maar oude bomen niet, in de jeugd is de mens meer voor vorming vatbaar dan op gevorderde leeftijd ; — buig het' rijsje, als het jong is, wen de kinde...