Pijp (pijpje)
zie ook een zware/lelijke pijp roken-, vette pijp-, met de vlam in de pijp: 1. daar gaat mijn - van uit,daar begrijp ik niets van. Scherts en slang. 2. de- uitgaan,doodgaan, sterven; weggaan, verdwijnen. In Vlaanderen ook hij heeft zijn pijp uitgeklopt‘hij is gestorven’. De letterlijke bet. is wellicht ‘de laan uitgestuurd worden’. Vgl. Frans rasse...