Op rozen gaan of zitten
gelukkig zijn, een aangename levensweg bewandelen, voorspoed ondervinden. Sinds de 17de e. opgetekend. Bij feestelijke gelegenheden, o.a. bij het huwelijk, worden voor de jonggetrouwden bloemen gestrooid, als zinnebeeld van de voorspoed die men hun op hun levensweg toewenst. Vgl. de gewoonte van sommige vorsten in de oudheid om op rozenbedden te sl...