Wat is de betekenis van Onbeduidendheid?

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbeduidendheid

v., 1. het onbeduidende, weinig betekenende van iets, de onbelangrijkheid, geringheid, nietigheid; 2. (...heden) een weinig betekenende, onbelangrijke, nietige zaak: ik kan mij met zulke onbeduidendheden niet inlaten; — een weinig betekenend persoon: hij behoort tot de grote klasse der onbeduidendheden.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbeduidendheid

v., 1. de onbelangrijkheid, geringheid, nietigheid; 2, (-heden) een weinig betekenende, onbelangrijke, nietige zaak: ik kan mij met zulke onbeduidendheden niet inlaten.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbeduidendheid

v. (van pers.) de nietigheid van iem. die niets te beteekenen heeft, inz. in betrekking tot de geestvermogens, het verstand enz. : de volslagen onbeduidendheid van dien man; als hij het waagt over die onderwerpen mee te praten, komt hij in zijne volle onbeduidendheid uit; — (van zaken) het onbeduidende, weinig beteekenende van iets, de onbel...