Wat is de betekenis van Olm (1)?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Olm (1)

Olm m. (-en), (plantk.) de benaming van den algemeen bekenden boom, ook iep geheeten, van welken in onze bosschen vooral twee soorten voorkomen: de gewone iep, zachte iep of olm en de harde iep of kurkiep; — bloeiende olm, olmkruid of moerasspirea. OLMPJE, o. (-s).