Monteur
(Fr.), m. (-s), vakman die machines, apparaten, leidingen en derg. ineenzet en ook wel herstelt; ook als een bep. rang.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), m. (-s), vakman die machines, apparaten, leidingen en derg. ineenzet en ook wel herstelt; ook als een bep. rang.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip monteur heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die monteert. iemand die voor zijn beroep machines, voertuigen of installaties en de onderdelen daarvan maakt, repareert, installeert, monteert of onderhoudt. 2) filmmonteur; editor. iemand die voor zijn beroep beeld- en geluidsmateriaal monteert (d.w.z. beeldfragmenten...
Wiktionary (2019)
monteur - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep), (techniek) deskundige die machines, apparaten, leidingen e.d. in elkaar zet of herstelt Woordherkomst Naamwoord van handeling van monteren met het achtervoegsel -eur Synoniemen mecanicien, technicus, installateur Verwante begrippen werktuigkundige
Marc de Coster (2017)
Monteur - degene die de montage voor zijn rekening neemt, die belast is met het knippen en samenvoegen der verschillende shots. Beter bekend onder de naam cutter.
Muiswerk Educatief (2017)
monteur - zelfstandig naamwoord uitspraak: mon-teur 1. wie apparaten in elkaar zet en repareert ♢de machine doet het niet, er moet een monteur komen Zelfstandig naamwoord: mon-teur de monteur ...
Getty Research Institute (1990)
monteur - Personen die aan een constructie werken, zoals een stalen bouwwerk of brug, die bestaat uit het assembleren van gefabriceerde delen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: