met een strootje open, met geen koevoet dicht
(1980) (sch.) gezegd wanneer iemand niet stopt met praten. • Met een strootje open, met geen koevoet dicht. [Iemand is zó aan het praten te krijgen, maar niet te stuiten.] (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978. Vierde druk. 1980)